zaterdag 18 augustus 2012

Onzichtbaar

Onzichtbaar

een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint

Dit gedichtje staat in een kinderboek en ik moest meteen aan Jonah denken. Ik ben hem kwijt, maar telkens als ik wil kan ik mijn ogen dicht doen en daar filmpjes zien van hem. Dat maakt het niet makkelijker, want ik vind het zwaar de laatste weken. Overal waar ik iets met de meiden doe, zie ik mezelf dat met Jonah doen, samen in bad, samen koekjes bakken, genieten van een poppentheater. De eerste roes is voorbij en het dringt door dat hij dood is. Onomkeerbaar, ik weet het, maar aanvaarden daar heb ik het moeilijk mee. Het valt tegen, leven zonder Jonah. Laatst was ik met Jan en de kinderen een ijsje halen in het dorp en daarna liepen we even langs wat winkeltjes. Daar hingen leuke zwembroeken, voor Jonah en toen bedacht ik weer dat dat niet meer kan. We proberen een gewoon gezin te zijn, we ontbijten gezellig, gaan naar het strand, waar de meiden zich prima vermaken, we bbq-en en laten het zwembad maar weer eens vollopen. Het is ook soms best leuk, maar het is niet meer zoals het was. Ik hou van kleur en waar het leven voorheen overwegend, rood en groen en geel was is het nu blauw en soms wat paars. Kouder van kleur, alsof de zon even veel moeite heeft met schijnen. We zijn in ons gezin allemaal bezig om ons een weg te banen in het verder leven. De meiden hebben het vaak over Jonah. Ze vinden het fijn om samen te slapen, want alleen is maar alleen. Dat is anders dan voorheen, ze hebben elkaars warmte meer dan ooit nodig. Suus loopt het liefst op Jonah zijn slippers en laarsjes en zijn winterjas mag ook nog een jaar gedragen worden, is besloten door ons kleinste monstertje. Ik hoop dat anderen onze kinderen zullen vragen naar hoe het met hen gaat, hoe zij zich voelen vooral. Zelf merk ik dat ik het fijn vind als mensen even langskomen, even sms-en of mailen. Mensen hoeven niet bang te zijn, omdat ze misschien geen woorden hebben. Woorden hebben wij wel en we hebben vooral behoefte om gehoord te worden. Telkens weer ons verhaal te vertellen, om het te verwerken. Veel mensen zijn daarin heel lief en dat waarderen we heel erg.

Van de week ben ik nog uit eten geweest met alle meiden (nou ja eigenlijk zijn we al vrouwen, maar dat vergeet ik steeds) die hebben geholpen tijdens de condeleance thuis. Het was tijd om te lachen, huilen hadden we immers al samen gedaan. We hebben heerlijk gegeten en vooral veel gelachen. Een meneer achter ons had een hele grote glimlach en genoot zichtbaar mee van onze vrolijkheid.

vergeet ik bijna te vertellen dat Jonah thuis is gekomen en dat zijn sierurn van de week ook is aangekomen. Hij moet nog in de mooie urn over gedaan worden. Hij is mooi, een blauwe wolk met een vlindertje op de deksel, een gouden, zoals de meisjes graag wilden.

1 opmerking:

  1. Weer heel mooi geschreven en ik hoop dat schrijven voor jou en jullie allen een steun geeft om het verlies dragelijker te maken.
    Knuffel

    BeantwoordenVerwijderen